Wat weet u over de luchtwegen?
Als er organen zijn geweest die de afgelopen jaren -ongewild- in de spotlights belangstelling hebben gestaan, zijn het de luchtwegen wel. We zijn wereldwijd nog nooit zoveel bezig geweest met virussen, symptomen van verkoudheid, hoesten en niezen.
Maar hoe werkt het nou precies, met die luchtwegen? Wat doen ze, welke weg legt lucht af voor het in de longen komt en wat gebeurt er tijdens een verkoudheid? Hoe kom je eraan- en hoe kom je eraf? We vertellen er alles over!
Onderverdeling van de luchtwegen
Luchtwegen horen tot de belangrijkste organen van het menselijk lichaam. Ze bestaan uit de bovenste en onderste luchtwegen. Bovenste luchtwegen zijn de mondholte, keelholte, neus en de binnenkant van de oren. Lagere luchtwegen zijn de totale longen.
Het eerste deel van de “luchtreis”
De neusholte is het eerste deel van het luchtwegstelsel waar de ingeademde lucht doorheen gaat. Hier gebeurt meteen al een heleboel. Door het grote oppervlakte van de neusholte en de goede doorbloeding wordt de lucht eerst verwarmd of gekoeld tot ongeveer 1 graad verschil met de lichaamstemperatuur. De lucht wordt vochtiger gemaakt en stofdeeltjes worden eruit gefilterd. Vervolgens worden de stofdeeltjes en bacteriën of virussen door trilhaartjes samen met het slijm afgevoerd naar de keel, waarna dit wordt ingeslikt. Dit gebeurt onbewust.
Maar er gebeurt nog meer in de neus: hier worden geurmoleculen opgepikt. Reuk is mogelijk dankzij kleine zenuwen die in de bovenkant van de neusholte zitten. Die zenuwen hebben een verbinding met het reukorgaan, precies daarboven in de hersenholte.
De verwarmde (soms gekoelde) en bevochtigde lucht verlaat nu de neus, gaat via de luchtpijp naar de longpijpjes en uiteindelijk naar de longblaasjes, waar de zuurstof (O2) in het bloed komt. Koolstofdioxide (CO2) wordt uit het bloed gehaald en afgevoerd via de uitademing.
Het tweede deel
De onderste luchtwegen bevatten tot aan de longblaasjes ook trilhaartjes aan de oppervlakte, die de hele dag actief zijn om de luchtwegen schoon te vegen. In de longblaasjes vindt de uitwisseling plaats van zuurstof (O2) naar het bloed en koolstofdioxide (CO2) naar de longblaasjes om uit te ademen.